Danspartituren
(zes lesideeën)
Een
danspartituur is een soort grafische notatie waarmee je het dansverloop
weergeeft. Je kan dit op verschillende manieren opbouwen. Hier vind je enkele
suggesties:
1.
lijnpartituur
Je laat de
leerlingen een lijn maken op een blad papier, die lijn geeft de weg weer die de
leerlingen moeten afleggen in de zaal. Op de lijn zetten ze een aantal
verschillende symbolen. In de legende noteren ze welke beweging bij welk
symbool hoort. Na een aantal keer oefenen op muziek presenteren ze hun
danspartituur aan de andere groepjes.
Dit sluit aan
bij het werothema kaartlezen (het
gebruik van een legende).
2.
fotopartituur
Bij jonge
kinderen kan je ook werken met een fotopartituur. Bij elke beweging hoort een
prent of foto. Samen met de kinderen plaats je de foto’s of tekeningen in een
bepaalde volgorde. Door sommige tekeningen of foto’s te herhalen krijg je
structuur in het geheel.
Hier start je
met de tekeningen aan te bieden, de tekening verwijst naar een beweging. Elke
beweging oefen je met de kinderen in op de muziek. Daarna kies je samen met de
kinderen welke tekening of foto je waar plaatst. Op het einde voer je dan samen
het geheel uit. Bij jonge kinderen is het aangewezen om de verschillende
bewegingen goed te verwoorden zodat ze het zich snel kunnen herinneren.
Hier is een stukje uit een piratenpartituur.
3.
mannetjespartituur
Een dans kan je
ook weergeven met mannetjes. De leerlingen voeren alle bewegingen uit en kiezen
met welke vier bewegingen ze aan de slag willen gaan. Ze knippen de mannetjes
uit en plakken ze in een partituur van acht bewegingen. Bij het oefenen van de
partituur zal het belangrijk zijn om overgangen te bedenken en elke beweging in
vier (of acht) tellen uit te voeren. Iets voor oudere kinderen.
Tekening: Ciaràn Gray
4.
motiv-notatie
Er bestaat
internationaal ook een manier om met symbolen te werken, namelijk de
motiv-notatie. Je kan dit in een eenvoudige versie gebruiken of het complexer
maken door meer nuances toe te voegen. De leerlingen krijgen kaartjes met telkens
een ander symbool. Elk symbool verwijst
naar een beweging. Ze oefenen per groepje de beweging en plaatsen de kaartjes
in een volgorde, van onder naar boven.
Tekening:
mikado muzische vorming, uitgeverij
Pelckmans
5.
symbolenpartituur
Het laatste
voorbeeld vertrekt vanuit bewegingen. De leerlingen onderzoeken in groepen
verschillende kookbewegingen, bewegingen van dieren of in het thema schilderen.
Daar selecteren ze drie verschillende bewegingen uit. Bij elke beweging
verzinnen ze een symbool. In een eerste stap zetten de symbolen op een rijtje
zodat een mooie choreografie ontstaat. Op zich is het thema inspiratie voor de
beweging en hoeft de beweging op zich niet herkenbaar te zijn (je hoeft niet
meer te zien dat het echt om de beweging van een poes gaat). Bewegingen worden
vaak mooier als je ze wat abstracter maakt (vergroten-verkleinen,
vertragen-versnellen, in de ruimte zetten, accent toevoegen).
Daarna kunnen
oudere leerlingen een complexere partituur maken voor drie (of meer) uitvoerders,
er is een gemeenschappelijk deel en daarna maakt iedereen eigen bewegingen. Tot
slot komen alle bewegingen weer samen.
Hier kan je elk vakje vier tot acht tellen laten duren.
Je kan extra
eisen toevoegen: iedereen moet eens elke beweging doen, er zit een solo in, canon,
herhaling, …
Een
voorbeeld
6. post-itpartituur
-
krimpen
(je kleiner maken, buigen, …)
-
rekken
(traag groter worden en je zo lang mogelijk maken)
-
draaien
(rond je eigen as draaien)
-
zwaaien
(groot heen en weer bewegen)
-
evenwicht
zoeken (balanceren, bijna omvallen en terug recht komen)
-
schudden
(alles kort en krachtig, schokkerig bewegen)
-
vallen
(alsof je op de grond neerkomt)
-
wiegen
(zachtjes heen en weer gaan)
Deze bewegingen geef je met een symbool aan op de post-it. Eerst oefen je de partituur en daarna voer je de partituur uit op muziek. Je kan twee groepen een partituur laten ontwikkelen voor elkaar.
Tot slot
Dansen met
partituren lijkt wat op grafische notatie in muziek. Het is weer een werkvorm
waaraan je verschillende bewegingsexpressie- en muzische doelstellingen kan
koppelen.
De partituren
kan je erg eenvoudig houden voor jonge leerlingen en complexer voor leerlingen
van de derde graad. Voor kleuters en jonge kinderen is de fotopartituur een
mooie instap, oudere kinderen kunnen dan weer volop experimenteren met de
motiv-notatie en de complexe symbolenpartituur.
Veel plezier
met deze verschillende danspartituren.
Koen Crul
Geen opmerkingen:
Een reactie posten