Klanklandschappen
Werken aan klankvariatie
Werken werkvorm: klankstuk ontwerpen
Werken rond omgevingen/landschappen
Doelen
-
een klankstuk ontwerpen vanuit een
buitenmuzikaal gegeven
-
variatie aan klanken maken (luid/stil,
hoog/laag, …)
-
mogelijkheden van de stem als instrument ontdekken
1. opwarming,
klankspelletjes
Iedereen staat in een kring, de
begeleider geeft een geluid door, de kinderen nemen dit geluid over en maken de
beweging van het hoofd richting buur.
Idem maar nu kan je ook de richting
veranderen door de klank terug te geven aan je buur.
Doe weer dezelfde opdracht maar laat een
van de kinderen een geluidje bedenken.
Hier
beginnen we met een korte, eenvoudige opwarming, een speelse opdracht met als
voornaamste doel loskomen en durven klanken maken
2.
twee klanken
Twee kinderen starten elk met een
klankje, die geven we door zoals in het vorige spel, nu probeert de ene klank
de andere in te halen.
Indien dit goed lukt, kan je nu ook met
een derde klank werken.
Het is niet
zo belangrijk wie wint, het gaat vooral over het spelen met klankjes. Als deze opdracht goed loopt, mag je sneller meer klanken
doorgeven, eventueel in verschillende richtingen.
3.
klanken vervormen
Zelfde opstelling, iemand begint met
een klank, blijft die herhalen en steekt de kring over. Hij geeft die door aan
iemand anders uit de kring, die mag de klank een beetje vervormen.
Nu stellen we ons kriskras op in het
lokaal. Verschillende mensen beginnen met een klank en geven die door, de
klanken worden vervormd.
4.
concentratiespelletje
Iemand houdt de ogen dicht, probeert te
raden hoeveel kinderen er klank geven.
Er zit een
klein concentratiespelletje in omdat de vorige opdrachten vooral gericht waren
op het durven (gekke) klanken te gebruiken. Dit kan leiden tot hilariteit. Het
zit hier om de concentratie op te roepen bij stap 5, de volière.
5.
de volière
stap 1: iedereen is een vogeltje en zit
in de volière. Als je een tik van de begeleider krijgt maak je een klank.
Stap 2: als je nu een tik krijgt moet
je een klank maken, krijg je nog een tik dan moet je stoppen. Je hoeft niet per
se steeds dezelfde klank te maken, je mag vervormen, klankzinnen maken,
variaties bedenken, ...
Stap 3: Idem maar er zijn nu
verschillende kinderen die tikjes geven, de leerkracht is een soort dirigent
die het volume en het tempo aangeeft van de volière.
6.
klankdecor
Samen met de hele klas een klankdecor
maken, We zoeken eerst verschillende klanken die je hoort in het bos. Hou een
brainstorm en noteer de verschillende klanken. We zorgend dat er veel variatie
aan klanken aanwezig is. Verdeel de klanken onder de leerlingen. We bouwen met
zijn allen een klankdecor op met de leerkracht als dirigent.
Na de
opwarming en verkenning komen we hier aan een verwerking. We gaan gericht op
zoek naar klanken in de volière, daarna gaan we nog breder in een klankdecor
dat we met de groep afspreken.
7.
eindopdracht
in drie/vier groepjes een klankdecor opbouwen,
letten op de opbouw (variatie, stil, luid, vlug traag, begin, einde ...)
Mogelijke thema’s : griezelhuis,
oerwoud, verkeersdrukte, sportstadium, bibliotheek, school, abdij ‘s morgens
vroeg, station,
Een foto van die omgeving kan
inspirerend werken.
De luisteraars staan geblinddoekt (of
met ogen dicht) in het midden en proberen na te gaan in welke omgeving ze zich
bevinden.
De eindopdracht
is eigenlijk dezelfde opdracht als in stap 6, alleen wordt die nu in kleine
groepjes gedaan. Focus hier op de klankrijkdom en de opbouw. Het verwoorden van
waar we ons bevinden mag enkel nadat de groep klaar is.
8.
bespreking
Wat was leuk om te horen, waarom?
Kon je meteen de omgeving horen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten