Pagina's

donderdag 21 juni 2012

tekenfilmklankband


Muzische activiteit
Tekenfilmklankband



titel
tekenfilmklankband
domein(en)
media
doelgroep
derde graad
onderwerp
De tekenfilm
werkvorm
Audio-opnames maken
bouwsteen
Voorgrond-achtergrond
algemeen doel
Over kunstzinnige expressies een oordeel geven en technische vaardigheden beheersen.

eindtermen
ET 5.2 ervaren dat een visueel beeld al dan niet vergezeld van een nieuw geluid steeds een nieuwe werkelijkheid kan oproepen.
ET 5.4 een eigen audiovisuele taal gebruiken
lesdoelen

de lln kunnen
·       Geluiden beschrijven die op de voorgrond of de achtergrond aanwezig zijn en de functie van dit geluid beschrijven
·       Eenvoudige geluiden creëren met alledaagse voorwerpen
·       Geluiden opnemen met een opnameapparaat, dit toestel technisch kunnen bedienen (openemen/afspelen)
·       Geluiden kunnen selecteren in een tekenfilm en die op de voorgrond of achtergrond plaatsen.

Wat heb je nodig?
Een opname-apparaat (of computer met opnamemogelijkheid  zoals audacity, gratis programma). Je kan ook met een ipod of ipad opnames maken. Diverse alledaagse voorwerpen uit de klas, een trommel, kazoo, lucifers (zie stap 3). Daarnaast nog afspeelapparatuur voor de tekenfilms.  





Lesidee
Dit lesidee start met het bekijken van een tekenfilm en het actief belusteren van de klankband. De klankband bevat voor- en achtergrondgeluiden, elk met een eigen functie. Leerlingen onderzoeken en experimenteren met deze geluiden. Als eindopdracht maken de leerlingen een klankband bij een nieuwe tekenfilm.

Lesverloop

Stap 1 — instap klankendirigent
De leerkracht vertelt de leerlingen dat ze bij een tekenfilm geluiden zullen verzinnen en dat ze dit zullen opnemen.

Vooraleer we beginnen een korte opwarming: klankendirigent.
Sta met de leerlingen in een kring. Maak een klank en benoem de klank (bv. gesnurk zzzzz pfff), daarna imiteren de leerlingen de klanken door elkaar en in een tweede ronde verzinnen ze variaties (iedereen door elkaar) de derde keer is de leerkracht de dirigent en geeft hij met de hand aan welke (groepen) leerlingen hun variatie mag geven.
Geef eerst zelf enkele voorbeelden zoals een klop op iemands kop (toiiing), ogen die uit de oogkassen vliegen (pooiing!). Daarna mogen de leerlingen zelf tekenfilmgeluiden aangeven die door iedereen nagedaan wordt, de leerling die de geluiden bedacht heeft, is dirigent en geeft aan wie variaties mag weergeven.
Ten slotte kies je drie dirigenten met elk hun eigen klank en maken we de drie geluiden door elkaar op aangeven van de drie dirigenten.

Stap 2 — tekenfilmbeschouwing

Beschouwen van een tekenfilm met klankband, een klassieker Tom en Jerry, het lelijke eendje, episode 87. http://www.youtube.com/watch?v=1HFss21GDDw


-        Laat de leerlingen naar een (stukje van een) filmfragment luisteren, hang een doek over het beeld (of zet het beeld uit) en vraag nadien waarover het filmfragment zou kunnen gaan en waarom dat ze dit denken.
-        Bekijk nu het fragment opnieuw met het beeld, vraag om de geluiden die ze net gehoord hebben aan een beeld te koppelen.
-        Maak een lijstje op het bord met achtergrondgeluiden en voorgrondgeluiden. Noteer de geluiden in twee kolommen.

Info
In een film (tekenfilm) heb je verschillende soorten geluiden: achtergrondgeluiden, die geven de sfeer weer. Als je op de boerderij bent, hoor je dierengeluiden, als je in het station bent, hoor je treingeluiden, … In tekenfilms hoor je ook vaak sfeermuziekjes.

Naast de achtergrondgeluiden zijn er ook geluiden op de voorgrond. Eerst en vooral de stemmen van de figuren maar ook de effectgeluiden, dat zijn de geluiden van een dichtslaande deur, een dreun op het hoofd, een tikkende wekker, …deze geluiden worden nadien erbij gezet en vaak wat uitvergroot. Een pistoolschot lijkt een kanonschot, een mep een harde klap met een hamer.
Vroeger maakten ze die geluiden zelf (foley sounds) en vandaag zijn er heel wat digitale geluiden ter beschikking op cd of op het internet.

Achtergrondgeluiden
Voorgrondgeluiden
Spannende muziek
Ontsnappen
Jerry zoekt het eendje
Meisjeseend komt langs
Stem van kuikentje
Tikken op het hoofd
Trekken aan de tong
Schrikken van Tom


Stap 3 —klankenmakerij

Straks gaan de leerlingen zelf een geluidsband maken bij een tekenfilm. Ze hebben twee soorten geluiden nodig, achtergrondgeluiden die de sfeer weergeven en voorgrondgeluiden (effectgeluiden), geluiden die passen bij acties in de tekenfilm.

Bespreek enkele technieken: hoe kan je deze geluiden maken?
Voetstappen: met twee schoenen in je hand stappen
Paardehoeven: twee kokosnoten tegen elkaar slaan
onweer (een blikplaat krachtig heen en weer schudden)

Zelf proberen:
Je kan in groepjes de leerlingen een kaartje geven met een geluid dat ze met huis-, tuin en keukenmateriaal kunnen maken.


Een zoemende bij (een kazoo)
Een bel (tegen een metalen voorwerp slaan)
Klapperende vleugels van een vogel (met twee handschoen flapperen)
Voetstappen op een grindpad (lucifers in een doosje)
Hagel (erwten op een handtrom laten vallen)
Kabbelend beekje (hand in water)
knetterend vuur (stuk cellofaan vlak voor micro verfrommelen)
regen  (rijst op een trommel strooien)
branding (borsteltje over trommel bewegen)
brekende tak (lucifer breken)

Neem de geluiden al eens op.

stap 4 — achtergrondmuziek

Het is leuk als er leuke achtergrondmuziek is die aansluit bij de sfeer van de film. Indien iemand van de klas een muziekinstrument kan spelen is dit zeker hier te gebruiken.
Met een xylofoon of ander instrument kunnen de leerlingen de sfeer weergeven. Je kan natuurlijk ook werken met cd’s of met muziek van op het net.

Indien je twee xylofonen kan bemachtigen, kan je elke groep hiermee aan het werk zetten. Laat de leerlingen experimenteren met drie sferen:
Sfeer 1: een achtervolging (of snel wegrennen)
Sfeer 2: een romantische scène
Sfeer 3: een verdrietig moment


Stap 5 — eindopdracht in twee groepen

Verdeel de klas in twee groepen. Elke groep krijgt een tekenfilm zonder klank. Zet de klank af bij het bekijken van de film.

Tekenfilm 1


tekenfilm 2

Elke groep noteert de klanken (sfeer achtergrondgeluiden en de voorgrondgeluiden (effectgeluiden).
Daarna zoeken ze hoe ze de klanken kunnen maken. De effectgeluiden met materialen uit de klas of de stem, de achtergrondgeluiden (sfeer) met de xylofoons.
Verdeel de rollen, iedereen moet goed weten welk geluid hij/zij wanneer moet maken.
Dit oefenen en daarna opnemen. Laat zien hoe de opname gemaakt kan worden (je kan dit op een computer opnemen terwijl het filmpje loopt). Let goed op het moment waarop de opname begint.

Noteer het stappenplan op het bord:
1.      bekijk de film
2.     noteer alle geluiden
3.     zoek de geluiden (effect/sfeer)
4.     verdeel de geluiden
5.     oefen
6.    neem de klankband op

en de aandachtspunten:
·      effectgeluiden passen bij de handelingen
·      sfeergeluid versterkt de sfeer
·      geluiden op het juiste moment uitvoeren
·      volumes regelen, voorgrond/achtergrond

stap 6 — presentatie en bespreking.
De leerlingen spelen hun klankband af terwijl de film loopt. Daarna wordt elk stuk besproken:
Kijkers/luisteraars:
-        is het duidelijk wat de voorgrond/achtergrondgeluiden zijn?
-        Kloppen de geluiden met de film?
Makers:
-        Was het moeilijk om geluiden en de sfeer weer te geven?
-        Hoe zou je het nog kunnen verbeteren?

Koen Crul

Geen opmerkingen:

Een reactie posten