Muzische
activiteit
Tekenfilmklankband
titel
|
tekenfilmklankband
|
domein(en)
|
media
|
doelgroep
|
derde graad
|
onderwerp
|
De tekenfilm
|
werkvorm
|
Audio-opnames maken
|
bouwsteen
|
Voorgrond-achtergrond
|
algemeen doel
|
Over kunstzinnige expressies een oordeel geven en
technische vaardigheden beheersen.
|
eindtermen
|
ET
5.2
ervaren dat een visueel beeld al dan niet vergezeld van een nieuw geluid
steeds een nieuwe werkelijkheid kan oproepen.
ET
5.4 een eigen audiovisuele taal gebruiken
|
lesdoelen
|
de lln kunnen
·
Geluiden beschrijven die op de
voorgrond of de achtergrond aanwezig zijn en de functie van dit geluid
beschrijven
·
Eenvoudige geluiden creëren
met alledaagse voorwerpen
·
Geluiden opnemen met een
opnameapparaat, dit toestel technisch kunnen bedienen (openemen/afspelen)
·
Geluiden kunnen selecteren in
een tekenfilm en die op de voorgrond of achtergrond plaatsen.
|
Een
opname-apparaat (of computer met opnamemogelijkheid zoals audacity, gratis programma). Je kan ook met een ipod of ipad opnames maken. Diverse
alledaagse voorwerpen uit de klas, een trommel, kazoo, lucifers (zie stap 3). Daarnaast
nog afspeelapparatuur voor de tekenfilms.
Lesidee
Dit lesidee
start met het bekijken van een tekenfilm en het actief belusteren van de
klankband. De klankband bevat voor- en achtergrondgeluiden, elk met een eigen
functie. Leerlingen onderzoeken en experimenteren met deze geluiden. Als
eindopdracht maken de leerlingen een klankband bij een nieuwe tekenfilm.
Lesverloop
Stap 1 — instap klankendirigent
De leerkracht
vertelt de leerlingen dat ze bij een tekenfilm geluiden zullen verzinnen en dat
ze dit zullen opnemen.
Vooraleer we
beginnen een korte opwarming: klankendirigent.
Sta met de
leerlingen in een kring. Maak een klank en benoem de klank (bv. gesnurk zzzzz
pfff), daarna imiteren de leerlingen de klanken door elkaar en in een tweede
ronde verzinnen ze variaties (iedereen door elkaar) de derde keer is de
leerkracht de dirigent en geeft hij met de hand aan welke (groepen) leerlingen
hun variatie mag geven.
Geef eerst zelf
enkele voorbeelden zoals een klop op iemands kop (toiiing), ogen die uit de
oogkassen vliegen (pooiing!). Daarna mogen de leerlingen zelf tekenfilmgeluiden
aangeven die door iedereen nagedaan wordt, de leerling die de geluiden bedacht
heeft, is dirigent en geeft aan wie variaties mag weergeven.
Ten slotte kies
je drie dirigenten met elk hun eigen klank en maken we de drie geluiden door
elkaar op aangeven van de drie dirigenten.
Stap 2 — tekenfilmbeschouwing
Beschouwen van
een tekenfilm met klankband, een klassieker Tom en Jerry, het lelijke eendje,
episode 87. http://www.youtube.com/watch?v=1HFss21GDDw
-
Laat
de leerlingen naar een (stukje van een) filmfragment luisteren, hang een doek
over het beeld (of zet het beeld uit) en vraag nadien waarover het filmfragment
zou kunnen gaan en waarom dat ze dit denken.
-
Bekijk
nu het fragment opnieuw met het beeld, vraag om de geluiden die ze net gehoord
hebben aan een beeld te koppelen.
-
Maak
een lijstje op het bord met achtergrondgeluiden en voorgrondgeluiden. Noteer de
geluiden in twee kolommen.
Info
In een
film (tekenfilm) heb je verschillende soorten geluiden: achtergrondgeluiden, die geven de sfeer weer. Als je op de
boerderij bent, hoor je dierengeluiden, als je in het station bent, hoor je
treingeluiden, … In tekenfilms hoor je ook vaak sfeermuziekjes.
Naast de achtergrondgeluiden
zijn er ook geluiden op de voorgrond.
Eerst en vooral de stemmen van de figuren maar ook de effectgeluiden, dat zijn
de geluiden van een dichtslaande deur, een dreun op het hoofd, een tikkende
wekker, …deze geluiden worden nadien erbij gezet en vaak wat uitvergroot. Een
pistoolschot lijkt een kanonschot, een mep een harde klap met een hamer.
Vroeger
maakten ze die geluiden zelf (foley sounds) en vandaag zijn er heel wat
digitale geluiden ter beschikking op cd of op het internet.
Achtergrondgeluiden
|
Voorgrondgeluiden
|
Spannende
muziek
Ontsnappen
Jerry zoekt
het eendje
Meisjeseend
komt langs
|
Stem van
kuikentje
Tikken op het
hoofd
Trekken aan
de tong
Schrikken van
Tom
|
Stap 3 —klankenmakerij
Straks gaan de
leerlingen zelf een geluidsband maken bij een tekenfilm. Ze hebben twee soorten
geluiden nodig, achtergrondgeluiden die de sfeer weergeven en voorgrondgeluiden
(effectgeluiden), geluiden die passen bij acties in de tekenfilm.
Bespreek enkele
technieken: hoe kan je deze geluiden maken?
Voetstappen:
met twee schoenen in je hand stappen
Paardehoeven:
twee kokosnoten tegen elkaar slaan
onweer (een blikplaat krachtig heen en weer schudden)
Zelf proberen:
Je kan in
groepjes de leerlingen een kaartje geven met een geluid dat ze met huis-, tuin
en keukenmateriaal kunnen maken.
Een zoemende
bij (een kazoo)
Een bel (tegen
een metalen voorwerp slaan)
Klapperende
vleugels van een vogel (met twee handschoen flapperen)
Voetstappen op
een grindpad (lucifers in een doosje)
Hagel (erwten op
een handtrom laten vallen)
Kabbelend
beekje (hand in water)
knetterend vuur (stuk cellofaan vlak voor micro
verfrommelen)
regen (rijst op een
trommel strooien)
branding (borsteltje over trommel bewegen)
brekende tak (lucifer breken)
Neem de geluiden al eens op.
stap 4 — achtergrondmuziek
Het is leuk als er leuke achtergrondmuziek is die aansluit
bij de sfeer van de film. Indien iemand van de klas een muziekinstrument kan
spelen is dit zeker hier te gebruiken.
Met een xylofoon of ander instrument kunnen de leerlingen
de sfeer weergeven. Je kan natuurlijk ook werken met cd’s of met muziek van op
het net.
Indien je twee xylofonen kan bemachtigen, kan je elke
groep hiermee aan het werk zetten. Laat de leerlingen experimenteren met drie
sferen:
Sfeer 1: een achtervolging (of snel wegrennen)
Sfeer 2: een romantische scène
Sfeer 3: een verdrietig moment
Stap 5 — eindopdracht in twee groepen
Verdeel de klas
in twee groepen. Elke groep krijgt een tekenfilm zonder klank. Zet de klank af
bij het bekijken van de film.
Tekenfilm 1
tekenfilm 2
Elke groep
noteert de klanken (sfeer achtergrondgeluiden en de voorgrondgeluiden
(effectgeluiden).
Daarna zoeken
ze hoe ze de klanken kunnen maken. De effectgeluiden met materialen uit de klas
of de stem, de achtergrondgeluiden (sfeer) met de xylofoons.
Verdeel de
rollen, iedereen moet goed weten welk geluid hij/zij wanneer moet maken.
Dit oefenen en
daarna opnemen. Laat zien hoe de opname gemaakt kan worden (je kan dit op een
computer opnemen terwijl het filmpje loopt). Let goed op het moment waarop de
opname begint.
Noteer het
stappenplan op het bord:
1. bekijk de film
2. noteer alle geluiden
3. zoek de geluiden (effect/sfeer)
4. verdeel de geluiden
5. oefen
6. neem de klankband op
en de
aandachtspunten:
·
effectgeluiden
passen bij de handelingen
·
sfeergeluid
versterkt de sfeer
·
geluiden
op het juiste moment uitvoeren
·
volumes
regelen, voorgrond/achtergrond
stap 6 — presentatie en bespreking.
De leerlingen
spelen hun klankband af terwijl de film loopt. Daarna wordt elk stuk besproken:
Kijkers/luisteraars:
-
is
het duidelijk wat de voorgrond/achtergrondgeluiden zijn?
-
Kloppen
de geluiden met de film?
Makers:
-
Was
het moeilijk om geluiden en de sfeer weer te geven?
-
Hoe
zou je het nog kunnen verbeteren?
Koen Crul
Geen opmerkingen:
Een reactie posten