speelplaatsbewegingen

speelplaatsbewegingen verzinnen

Dit is een leuke activiteit waarin leerlingen een bewegingsreeks maken vanuit bewegingen die ze op de speelplaats maken. Het centrale doel is de cadans houden en eenvoudige bewegingen verzinnen. Je kan het eenvoudig houden of complexer maken. 

Het algemeen doel van deze activiteit is experimenteren met muzische expressievormen. 

De cadans is het metrum van de muziek, het regelmatig terugkeren van een sterke of minder sterke beklemtoning in de muziek. Zo kan je meetellen '1-2-3-4' met de muziek. Voor deze les kan je het best gebruik maken van niet te snelle muziek waar je gemakkelijk kan meetellen (bv. moneybox van Eliza Doolittle)

 stap 1 — rondlopen op de cadans van de muziek (opwarming)

• De leerlingen luisteren naar de muziek. Laat ze eerst meeklappen met de maat, daarna stampen, daarna wiebelen met het achterwerk, daarna laat je de leerlingen nog iets verzinnen waarmee ze de maat kunnen weergeven (knippen met de vingers, bewegen met de armen, …)
• Daarna stappen ze rond op de cadans van de muziek, tel gerust mee zodat ze echt stappen op de maat van de muziek. 
• Je kan de muziek af en toe stopzetten. Als de muziek terug start, zoeken ze het metrum op en stappen ze terug gelijk op de muziek. Help met tellen indien nodig.

stap 2 — bewegingen onderzoeken (verkenning)

•  De leerlingen staan in tweetallen verspreid in het lokaal. Ze kijken naar elkaar. Begin te tellen van 1 tot 4. Op 1 klapt speler 1 in de handen, op de andere tellen gebeurt er niets. 
• Als je dat een aantal keer herhaald hebt, voeg je iets toe: speler 2 klapt op de tweede tel in de handen. Daarna voeg je tel 3 toe: samen door de knieën buigen. tel 4 is niets doen. Herhaal het tellen van 1 tot 4. Doe dit een aantal keer zodat de leerlingen dit vloeiend kunnen.
• Vraag aan de leerlingen wat ze op de speelplaats allemaal doen en welke bewegingen ze doen. Laat verschillende leerlingen aan het woord.
• Vraag aan de leerlingen welke bewegingen die ze soms op de speelplaats doen nog kunnen doen op de verschillende tellen (tel 1 voor speler 1, tel 2 voor speler 2, tel 3 voor samen en tel 4 is niets). Kies leuke ideeën uit en probeer die uit. Het is beter slechts enkele ideeën uit te proberen en die goed te herhalen zodat iedereen mee is met de bewegingen. Andere ideeën kunnen opgespaard worden voor later in de les. Laat de leerlingen die een idee hebben dit tonen aan de anderen. 

 stap 3 — eigen bewegingen kiezen (verwerking) 

•  Laat de leerlingen per twee bewegingen zoeken die aansluiten bij de vier tellen die we eerst ingeoefend hebben. Tel tot 8, de eerste vier tellen hebben we reeds, nu onderzoeken ze welke bewegingen ze willen gebruiken op tel 5 - 6 - 7 en 8. De bewegingen kunnen afzonderlijk of samen uitgevoerd worden. Ze kunnen gerust gebruik maken van de speelplaatsideeën uit de vorige stap. 
• Laat de verschillende groepen bewegen terwijl je telt tot 8. Daarna voeg je de muziek toe en voeren de leerlingen hun stukje uit op de muziek. 

stap 4 — eindopdracht  

• De leerlingen mogen nu in groepen van vier bij elkaar staan en in acht tellen bewegingen kiezen. Die bewegingen kunnen samen, per twee of alleen uitgevoerd worden. Ze moeten zich wel beperken tot acht tellen. 
• Laat elke groep de bewegingen uitvoeren op het tellen (door de leerkracht) en daarna op muziek.

 stap 5 — presentatie  en bespreking

• Elke groep voert zijn stukje uit, eerst stappen ze op de cadans van de muziek rond, daarna komen ze bij elkaar en voeren ze een aantal keer (bv. vier keer) hun bewegingsstukje uit. Een applaus voor elk groepje. 
• Bespreek met elk groepje of ze het gemakkelijk vonden op op de cadans te bewegen, om mee te tellen met de muziek en hoe ze de bewegingen gekozen hebben (na uitproberen, hadden ze meteen ideeën, …)

Koen Crul